Kwarktaartje met vlierbloesemsiroop en aardbeien

500 gram volle kwark
200 ml slagroom
130 gram witte basterdsuiker
150 gram aardbeien in het seizoen
1 pak lange vingers, ongeveer 12 stuks
0,5 dl vlierbloesemsiroop (verkrijgbaar bij de natuurwinkel)
8 plakjes gelatineblaadjes of agar-agar (aangepaste hoeveelheid)
merg van 2 vanillestokjes

Taartvorm van 18 cm doorsnee of een andere bak van ongeveer deze maat.

Meng de siroop met 0,5 dl water en leg de lange vingers er kort in. Zorg er voor dat ze niet doorweken, haal ze er al na 3-5 seconden uit. Als ze te vochtig zijn, knijp ze dan zacht zodat het overtollige vocht er uitgaat. Doe op de bodem van de taartvorm bakpapier en beleg dit met de lange vingers.

Snij nu de aardbeien in plakjes en leg de plakjes op de laag lange vingers. Besprenkel deze met vlierbloesemsiroop.

Doe de gelatineblaadjes in koud water, ongeveer 5 minuten lang tot ze zacht zijn. Doe ze hierna in een kleine pan met 3 eetlepels water. Verwarm dit en los het op. Gebruik zo weinig mogelijk mogelijk vocht, alleen  zo veel dat de gelatine of agar-agar op kan lossen.
Roer de suiker goed door de kwark met de keukenmachine. Doe het vanillemerg er bij en roer dit glad. Klop de slagroom op en doe dit bij de kwark.

Schenk de gelatine bij het mengsel van slagroom en kwark en roer het goed door. Pak nu de taartvorm, belegd met lange vingers en aardbeien, schenk het kwarkmengsel er op en zet het voor ongeveer 2,5 uur koud. Als het goed hard is, kan je er met een uitsteekvorm rondjes van maken. De restjes kan je alsnog opeten.

Maak het af met wat aardbeien, de uitgeschraapte vanillestok en eventueel wat vlierbessensiroop. Je kunt de taart natuurlijk ook in z’n geheel serveren.

Het feest kan beginnen! 🙂